Hoe ontstaat een klaplong?

Ademhalen doen we de hele dag en nacht door. De meeste tijd zonder dat we het doorhebben. Het gaat pas opvallen als je ademhaling minder makkelijk gaat. Bijvoorbeeld bij een astma-aanval of bij een longontsteking.
De prikkel voor ademhalen komt vanuit onze hersenen. Deze meten de hoeveelheid afvalgassen constant in ons bloed. Als dit gehalte (CO2) te hoog wordt, geeft ons brein een signaal door naar onze longen. Gelukkig gebeurt dit zonder dat we hierbij hoeven na te denken. Onze borstkas zet uit en daardoor kunnen onze longen vol lucht gezogen worden. De longen zijn omgeven door een longvlies. Aan de binnenzijde van de borstkas zit een borstvlies. In de ruimte tussen deze twee vliezen is er sprake van een lichte onderdruk. Daardoor blijven de twee vliezen aan elkaar gekoppeld en kunnen bij iedere uitzetting van de borstkas de longen zich goed ontplooien. En zo zorg dragen voor een goede aanvoer van zuurstof en afvoer van kooldioxide.